Home »Wat is BiSL? Praktisch alternatief voor functioneel beheerder

Wat is BiSL?

BiSL staat voor Business Information Services Library. Het is een publiek framework dat richting geeft aan de inrichting van business informatiemanagement binnen organisaties. BiSL beschrijft processen, rollen en verantwoordelijkheden op drie niveaus: uitvoerend, sturend en richtinggevend.

— Voorwoord BiSL – Een framework voor business informatiemanagement (tweede druk)

Deze brede scope maakt BiSL waardevol als generiek denkkader, maar minder geschikt als werkwijze voor functioneel beheerders. De rol van de functioneel beheerder wordt genoemd, maar blijft beperkt uitgewerkt.

BiSL werd ontwikkeld als aanvulling op ITIL (gericht op IT-dienstverlening) en ASL (gericht op applicatiebeheer). De nadruk ligt op structuur, afstemming en governance.

De kracht van BiSL

BiSL heeft veel betekend voor het vakgebied. Het framework bracht structuur in een domein dat voorheen versnipperd was. Het model hielp organisaties na te denken over rollen, verantwoordelijkheden en processen rondom informatievoorziening niet vanuit IT, maar vanuit de gebruikersorganisatie.

Organisaties die behoefte hebben aan overzicht, sturing en governance, vinden in BiSL een waardevolle kapstok. De driedeling in niveaus (uitvoerend, sturend, richtinggevend) biedt houvast voor het inrichten van business informatiemanagement.

Daarnaast is BiSL openbaar, breed erkend en lang onderdeel geweest van het standaard lesmateriaal binnen opleidingen functioneel beheer en informatiemanagement.

Kortom: BiSL gaf taal en structuur aan een opkomend vakgebied.

Maar de praktijk is veranderd, en daarmee ook de behoefte van functioneel beheerders.

De praktijk verandert – het model niet

Sinds de introductie in 2005 van BiSL is de praktijk ingrijpend veranderd:

  • Organisaties werken steeds vaker agile, in ketens en multidisciplinair,
  • Technologie zoals AI vraagt om flexibiliteit en continue afstemming,
  • Gebruikers verwachten maatwerk, snelheid en directe waarde.

De structuur van BiSL sluit daar niet altijd meer op aan. Veel processen zijn generiek, de driedeling in strategisch-tactisch-operationeel werkt belemmerend en de modellen zijn sinds 2017 niet meer inhoudelijk doorontwikkeld. In de praktijk blijft BiSL vaak hangen als referentiekader, maar biedt het weinig houvast bij de dagelijkse uitvoering.

Wat biedt VFB?

VFB is geen opvolger van BiSL, maar een alternatief dat beter aansluit op de praktijk van functioneel beheer. BiSL is breed en theoretisch. VFB is concreet en praktijkgericht. Wij richten ons uitsluitend op de functioneel beheerder: de professional die dagelijks verantwoordelijk is voor het functioneren, verbeteren en toepassen van de informatievoorziening.

  • We onderscheiden drie verantwoordelijkheidsgebieden: ondersteunen, regisseren en verbeteren,
  • Elk gebied bevat drie processen: samen vormen ze het vak functioneel beheer,
  • We werken met gedrag, principes en handelingsperspectief, niet met abstracte lagen,
  • Onze opleidingen zijn gebaseerd op de realiteit van de werkvloer.

VFB is geen model; het is een vakbenadering gericht op vakmanschap in plaats van structuren.

BiSL is breed, maar de praktijk is specifiek

BiSL positioneert zich als de standaard voor business informatiemanagement, een breed werkdomein waarin de functioneel beheerder één van die rollen vervult. In de praktijk zien we dat BiSL-trainingen vaak als ‘moetje’ worden ervaren: ze richten zich op een brede doelgroep, worden in twee dagen gegeven en gaan grotendeels over verbindende en sturende processen.

Juist daar wringt het voor functioneel beheerders. Zij zijn juist actief in de uitvoerende praktijk met vragen van gebruikers, wijzigingen in processen, terugkerende problemen, nieuwe systemen of AI-toepassingen. Dáár ligt hun werk. Dáár ligt onze focus.

De functioneel beheerder: vaag in BiSL, concreet bij VFB

BiSL noemt een aantal algemene taken van de functioneel beheerder, van ‘vraagbaak zijn’ tot ‘projectmanagement’. De lijst is onsamenhangend, zonder structuur, gedragskaders of proceskoppeling.

Bij VFB is dat anders. Wij geven het vak inhoud door drie verantwoordelijkheidsgebieden te onderscheiden:

  • Ondersteunen – gebruik, beheer, bewaken,
  • Regisseren – signaleren, vertalen, prioriteren,
  • Verbeteren – realiseren, accepteren, implementeren.

Deze negen processen maken het vak overdraagbaar en toetsbaar. Daarnaast beschrijven we drie herkenbare functioneel beheerders: de ondersteuner, de regisseur en de verbeteraar. Dit helpt bij rolverdeling, teamontwikkeling en professionele groei.

Training vergeleken – BiSL versus VFB

Hoewel BiSL en VFB beide bijdragen aan de professionalisering van functioneel beheer, verschillen ze fundamenteel in aanpak, doelgroep en diepgang.

Kortom, waar BiSL vooral kennis van het model toetst, leert VFB je het vak. VFB is geen theoriecursus, maar een beroepsopleiding. Deelnemers leren niet alleen wat functioneel beheer is, maar vooral hoe je het uitvoert en verbetert in de praktijk.

Certificering: kennismodel of vakmanschap?

BiSL-certificering richt zich op de basis van het model. Het officiële foundation-examen toetst vooral op de eerste twee niveaus van cognitief vermogen:

De training duurt meestal twee dagen en behandelt het gehele BiSL-framework, inclusief sturende en verbindende processen die voor functioneel beheerders vaak minder relevant zijn. Veel deelnemers zien de certificering als een formele stap: verplicht, maar zonder veel ruimte voor echte verdieping.

VFB-certificering werkt fundamenteel anders. De opleiding leidt op tot Functioneel Beheer Specialist (FBS) en is gebaseerd op het echte werk in de praktijk. De bijbehorende eindtoets toetst op de cognitieve niveaus:

Het FBS-examen toetst op een significant hoger cognitief niveau dan het BiSL-examen.

De VFB-aanpak bevordert niet alleen kennis, maar ook inzicht, handelingsbekwaamheid en professionele ontwikkeling. Deelnemers worden getraind op de negen processen van functioneel beheer, gekoppeld aan hun eigen werkpraktijk. De certificering is relevant, herkenbaar en gericht op vakmanschap.